Depressie in verpleeghuizen beter te behandelen door nieuw zorgprogramma

Het zorgprogramma ‘Doen bij Depressie’ zorgt voor een kwart minder depressies bij ouderen in verpleeghuizen. Dit programma is gericht op vroegtijdige opsporing en behandeling van depressie bij ouderen in verpleeghuizen. De behandeling bestaat vooral uit activiteit- en gesprekstherapieën .
 
Maar liefst 25 tot 30% van de ouderen in verpleeghuizen is depressief. Een depressie verhoogt de kans op sterfte, ziekenhuisopnames en andere zorg. In het verpleeghuis wordt depressie meestal behandeld met medicijnen. Maar uit onderzoek is bekend dat het meer effect heeft als er ook gesprekstherapie of een andere vorm van psychosociale behandeling plaatsvindt.
 
Daarom ontwikkelden onderzoekers van het UMC St. Radboud het zorgprogramma ‘Doen bij Depressie’. Het doel van dit programma is om het aantal mensen met depressie in verpleeghuizen te verminderen door vroegtijdig te signaleren en te behandelen. De behandeling bestaat vooral uit activiteit- en gesprekstherapieën. Als het nodig is, kunnen ook medicijnen worden voorgeschreven.

Onderzoek
Van 2009 tot 2011 is het nieuwe zorgprogramma getest op 33 verpleeghuisafdelingen: 16 afdelingen met dementerende ouderen (403 bewoners) en 17 afdelingen met ouderen met lichamelijke aandoeningen, maar zonder dementie (390 bewoners). Een afdeling met ouderen met lichamelijke aandoeningen, maar zonder dementie, heet een somatische afdeling.
 
De afdelingen werden willekeurig verdeeld in 5 groepen. In elke groep werd het programma op een ander tijdstip getest: de eerste groep startte gelijk met het programma, de tweede groep 4 maanden later, de derde groep 8 maanden later enzovoorts. Door middel van interviews werd het aantal depressieklachten bij de bewoners gemeten.
 
Resultaten
Aan het begin van het onderzoek kwam depressie vaker voor op de afdelingen met dementerende ouderen (40%), dan op de somatische afdelingen (27%). Het nieuwe zorgprogramma zorgde voor een vermindering van het aantal depressies (7%) op de somatische afdelingen. Maar er was geen effect op de afdelingen met dementerende ouderen. Daarnaast zorgde ‘Doen bij Depressie’ voor een verbeterde kwaliteit van leven op zowel de somatische afdeling als de afdeling met dementerende ouderen.
 
Conclusie
‘Doen bij depressie’ zorgt voor minder depressieklachten op de somatische afdelingen. Bovendien verbetert het de kwaliteit van leven op zowel de somatische afdelingen als de afdelingen met dementerende ouderen . Volgens de onderzoekers komt dit vooral doordat depressieklachten bij het nieuwe programma sneller wordt opgespoord.