Depressie bij jongeren

Man steunt andere man Mental Health America Pexels rechtenvrij

Voel je je wel eens somber? Dan ben je zeker niet de enige

1 op de 10 jongeren krijgt ooit tot zijn of haar 25e jaar te maken met een depressie. Meiden hebben hier vaker last van dan jongens. 7,1% van de jongens en maar liefst 18,9% van de meiden tussen de 18 en 24 jaar heeft ooit zelfs een depressie gehad. En dan tellen we de jongeren met lichte depressieve klachten er nog niet bij op.

Met een depressie ben je somber, kan niets je opvrolijken en niets interesseert je meer. Je voelt je leeg en futloos. Een dipje heeft iedereen wel eens. Bijvoorbeeld door teleurstelling, narigheid in je familie, of gewoon zomaar. Houdt je sombere bui langer dan twee weken aan? Dan heb je misschien een depressie.

Er bestaan verschillende soorten depressies:

Ook maken depressies deel uit van een:

Symptomen

Met een depressie, kun je last hebben van allerlei klachten: psychische, maar ook lichamelijke. Deze klachten beïnvloeden ook je gedachten en gedrag. Hieronder vind je de belangrijkste op een rij. Onthoud dat je nooit alle klachten tegelijkertijd hebt. En jouw klachten kunnen anders zijn dan die van iemand anders met een depressie. Bij de een zijn de klachten ’s ochtends het ergst, bij de anders juist ’s avonds.

Psychische klachten

  • Je voelt je somber en hebt nergens zin in.
  • Concentratieproblemen, nergens meer aan toekomen.
  • Je vindt niets leuk en hebt geen energie.
  • Je voelt je schuldig en waardeloos: ‘Ik stel niets voor’.
  • Je hebt geen belangstelling meer voor je omgeving.
  • Je voelt je leeg: ‘Ik voel helemaal niets meer’.
  • Je vindt het leven niet meer de moeite waard, je verliest je toekomstperspectief.
  • Je voelt je vaak angstig, wanhopig en machteloos: ‘Wat ik ook doe, er verandert toch niets’.
  • Je huilt veel zonder dat dit je oplucht, of je wilt graag huilen maar het lukt niet (emotionele verkilling).

Lichamelijke klachten

  • Je voelt je doodmoe.
  • Je hebt geen zin in eten. Hierdoor val je veel af. Of je eet juist veel en je komt veel aan.
  • Je slaapt weinig en slecht of je slaapt juist heel erg veel.
  • Je hebt minder of geen seksuele gevoelens.
  • Je hebt last van een droge mond.
  • Je hebt last van onverklaarbare pijn, van druk op de borst, hoofdpijn of rugpijn.
  • Je bent vaak duizelig en hebt trillende handen.
  • Je hebt last van hartkloppingen.

Gedachten en gedrag

  • Je bent snel boos en geïrriteerd.
  • Je bent veel met de dood bezig. Je denkt bijvoorbeeld: ‘Ik zou net zo lief dood zijn.’
  • Je piekert veel, vaak over hetzelfde.
  • Je kan je moeilijk concentreren en vergeet veel.
  • Je kan moeilijk besluiten nemen.
  • Je reageert en praat langzaam en kunt niet goed nadenken.
  • Je bent niet vooruit te branden of kunt juist geen moment stilzitten.

Wat kun je zelf doen?

  • Ga zo snel mogelijk na of je een dipje hebt of dat er misschien sprake is van een depressie. Doe de depressietest om de ernst van je depressieve klachten in te schatten. Of neem (anoniem) contact op met onze hulpverleners van de MIND Hulplijn (voorheen Korrelatie).
  • Pak klachten zo vroeg mogelijk aan.
  • Praat met een mentor of een andere volwassene die je vertrouwt.