Betere depressiezorg door ‘collaborative care’ methode

Huisartsenzorg voor mensen met depressie kan flink worden verbeterd met de collaborative care methode. Bij deze nieuwe methode uit de Verenigde Staten werken huisartsen intensief samen met andere hulpverleners uit de eerstelijnszorg.
 
Veel mensen denken bij depressie aan een bezoek aan de psycholoog of psychiater. Maar veruit de meeste mensen met depressie komen eerst bij de huisarts. Naar schatting heeft op dit moment 5% van de Nederlanders een depressie. Maar wetenschappers verwachten dat dit aantal de komende jaren nog zal stijgen. Deze mensen kunnen echter niet allemaal direct worden doorverwezen naar de tweedelijnszorg (gespecialiseerde instellingen op het gebied van Geestelijke Gezondheidszorg, kortweg GGZ).
 
Collaborative Care
Een mogelijke oplossing voor deze knelpunten is de ‘collaborative care’ methode uit de Verenigde Staten. Bij deze methode werken huisartsen intensief samen met andere hulpverleners uit de eerstelijnszorg. De huisarts houdt de regie, maar wordt ondersteund door een ‘care manager’. Dit kan een maatschappelijk werker, verpleegkundige of psycholoog zijn. De care manager houdt de voortgang van de behandeling in de gaten en biedt korte gesprekstherapieën aan.
 
Bij collaborative care wordt de behandeling van depressie dus grotendeels opgevangen door de eerstelijnszorg. De psychiater blijft echter bereikbaar voor overleg en advies. Samen met de patiënt bepalen de huisarts en caremanager welke stappen in de behandeling worden gezet. In dit onderzoek is gekeken of deze methode werkt voor de depressiezorg in Nederland.

Onderzoek
Aan dit onderzoek deden 18 huisartspraktijken mee. Binnen deze praktijken werden 150 mensen met matige of ernstige depressie gevolgd. De huisartsenpraktijken werden willekeurig in twee groepen verdeeld. Patiënten in de eerste groep werden behandeld volgens de collaborative care methode. De andere groep ontving gebruikelijke depressiezorg. Na 3,6,9 en 12 maanden vulden de deelnemers vragenlijsten in en werden interviews afgenomen.  
 
Resultaten
In het onderzoek werd gekeken in hoeverre de depressieklachten bij de patiënten met 50% afnamen. Na 3 maanden was dit al het geval bij 46% van de mensen die collaborative care kregen. Bij de gebruikelijke zorg gold dit maar voor 11%. Na 9 maanden was bij collaborative care dit percentage opgelopen tot 61% tegenover 26% bij gebruikelijke zorg.
 
Bovendien was bij 24% van de mensen die collaborative care kregen de depressie na 6 maanden verdwenen. Bij de gebruikelijke zorg was dit maar bij 10% het geval. Daarnaast blijkt de collaborative care methode ook nog eens goedkoper te zijn dan het gebruikelijke zorgmodel. 
 
Conclusie
Het aantal mensen met depressie neemt schrikbarend toe. Depressie wordt vaak door de huisarts gesignaleerd en behandeld. Met het nieuwe model kan de huisartsenzorg voor mensen met depressie worden verbeterd. Zo kunnen mensen met depressie effectiever worden behandeld in de eerstelijnszorg. Hierdoor neemt ook de druk op de gespecialiseerde en duurdere tweedelijnszorg af.