Geen verschil tussen psychotherapievormen bij behandeling depressie

Verschillende therapieën bij de behandeling van depressie werken even goed. Het is daarom aan de arts en patiënt om te beslissen welke behandeling het best bij de patiënt past.
 
Bij depressie bestaat de behandeling meestal uit psychotherapie, medicijnen of een combinatie van beide. Vooral bij milde depressie of bij periodes van depressie wordt vaak psychotherapie geadviseerd. Er zijn veel verschillende psychotherapieën en van een aantal is ook bewezen dat ze werken. Maar welke behandeling is nu het beste? Dat is in deze studie onderzocht.

Onderzoek
In dit onderzoek zijn 198 studies vergeleken met in totaal 15.118 deelnemers met depressie. In sommige studies werden psychotherapieën onderling vergeleken. Bij andere studies werd een bepaald type behandeling vergeleken met controle situatie (geen behandeling of wachtlijst). 
 
In totaal zijn 7 therapieën vergeleken:

  1. Interpersoonlijke psychotherapie: korte en gestructureerde therapie,  die zich focust op relaties en de manier waarop relaties bijdragen aan het ontstaan of het in stand houden van een depressie..
  2. Gedragsactivatie: richt zich op het verband tussen activiteit en stemming. De patiënt wordt gestimuleerd om activiteiten te ondernemen.
  3. Cognitieve gedragstherapie: richt zich op negatieve gedachten en evalueert hoe deze negatieve gedachten huidig en toekomstig gedrag beïnvloeden. De patiënt leert de negatieve gedachten om te buigen in positieve gedachten.
  4. Probleemoplossende therapie: definieert de problemen van de patiënt en stelt verschillende oplossingen voor. De patiënt kiest een oplossing en past hem toe, daarna wordt geëvalueerd welke oplossing het beste was.
  5. Psychodynamische therapie: focust op onopgeloste conflicten en relaties uit het verleden die impact hebben op iemands huidige situatie.
  6. Sociale vaardigheden trainen: leert iemand vaardigheden om gezonde relaties op te bouwen en te onderhouden.
  7. Ondersteunende begeleiding: een algemene therapie die erop gericht is om iemand te laten praten over zijn ervaringen en emoties, zonder het aanbieden van oplossingen of het aanleren van nieuwe vaardigheden.

Resultaten
Elke therapie is in ieder geval beter dan geen therapie. Maar tussen de therapieën is weinig verschil. Geen enkele behandeling werkt echt beter of slechter. Er was ook niet een bepaald type behandeling die beter werkte bij een bepaalde doelgroep (bijv. jongeren, ouderen of bij vrouwen met een postnatale depressie).  Verder maakt het ook niet uit of je therapie alleen volgt of in groepsverband. Of dat de therapie persoonlijk of via het internet wordt gevolgd. 
 
Conclusie
Uit deze studie blijkt dat alle therapieën een vergelijkbaar effect hebben. Hoewel bij sommige therapieën wetenschappelijk bewezen is dat ze werken, helpen ze niet bij iedere patiënt.  Arts en patiënt kunnen daarom het beste zelf beslissen welke therapie bij de patiënt past.