Veertien jaar en depressief!

Thirza is zeventien jaar en woont thuis met haar ouders en broer. Tot een aantal jaar terug was ze een vrolijk en actief meisje. Maar op haar veertiende kreeg Thirza last van klachten als koorts, moeheid en duizeligheid. Onderzoeken wezen niets bijzonders aan. Ze was ook erg somber en huilde vaak om niets. Dat werd in eerste instantie geweten aan de puberteit.Maar later werd de diagnose depressie gesteld.

Thirza: “Ik kon het haast niet geloven. Veertien jaar en depressief! Dat klopt toch niet? Eerst schaamde ik me ervoor en voelde ik me zwak. Later dacht ik hé, ik ben niet zwak, ik ben ziek en ik heb hulp nodig!”.
Tot een tijd terug ging Thirza maar een paar uur per dag naar school. Op school vond Thirza begrip en goede opvang. Ze kon extra hulp krijgen als ze die nodig had. Dit was wel eens lastig, omdat leerlingen die haar niet goed kenden, dachten dat zij allerlei privileges had. “Ik heb wel eens gezegd dat ik liever een chronisch gebroken been had, dan zie je tenminste dat er iets aan de hand is”.

Thuis was ze vaak doodmoe. “Ik zat maar wat te zitten, lag veel op bed t.v. te kijken of zat te computeren. Ik kon niet meer van dingen genieten en had maar weinig sociaal contact. Door dit lege gevoel ben ik veel gaan eten. Ik kon zakken chips en drop eten en dan nog ‘honger’ hebben. Ik had een soort leegte in me die ik opvulde met eten”. Ook vond Thirza het soms moeilijk om haar gevoelens in woorden te uiten. Dat kon ze dan wel door zichzelf te beschadigen. “Door mezelf pijn te doen aan de buitenkant van mijn lichaam, vergat ik even de pijn die ik voelde aan de binnenkant. Het voelde soms alsof er van binnen een ballon vol met negatieve energie en gevoelens zat die steeds groter en groter werd.

"Door mezelf pijn te doen, liet ik wat van deze gevoelens los”.

Door mezelf pijn te doen, liet ik wat van deze gevoelens los”. Door de huisarts is Thirza destijds naar een therapeut verwezen, waar ze begon met cognitieve gedragstherapie. Dit bleek niet voldoende. Een aantal maanden kreeg ze interpersoonlijke therapie. Daarnaast gebruikte ze medicatie. De bijwerkingen daarvan, zoals gewichtstoename, niet meer kunnen huilen en hoofdpijn, waren vervelend. Ook deze therapie in combinatie met medicatie bleek onvoldoende. Een half jaar geleden startte Thirza daarom met een dagbehandeling.

Thirza: “In de ruim zes maanden dat ik nu ‘opgenomen’ ben, heb ik veel vooruitgang geboekt. Natuurlijk, ik ben er nog niet, maar ik ben in ieder geval een eind op weg. Ik doe veel oefeningen rondom assertiviteit, heb goede therapie om met mijn emoties en gedachten om te gaan en mijn eetprobleem wordt aangepakt. Natuurlijk zijn er nog moeilijke momenten, maar ik heb nu een goed begin en hoop aan het eind van dit schooljaar staatsexamen te kunnen doen in een aantal vakken. Daarna hoop ik door te kunnen gaan naar het volwassenenonderwijs voor de rest van mijn diploma. Rond die tijd zou ook ongeveer mijn ontslag van de dagbehandeling moeten zijn, zo is de prognose, dus dat komt goed uit”.

“Een hele tijd heb ik gedacht dat het nooit meer beter met me zou gaan, dat ik nooit meer uit die bodemloze put zou komen. Nu gaat het gelukkig een stuk beter met me. Ik ben altijd blijven geloven in mijn herstel. En je ziet: het kan dus echt verbeteren!”.