Als je vader of moeder depressief is…

Kinderen die (een) ouder(s) hebben met psychische problemen, zijn in de hulpverlening bekend als KOPP-kinderen. In Nederland zijn er ongeveer 1,6 miljoen KOPP-kinderen tot 22 jaar.

De psychische ziekte van vader of moeder heeft invloed op het leven van een kind. Zo kan een (langdurige) depressie van ouders leiden tot moeilijkheden in de opvoeding. De aandacht voor het gezin komt vaak pas op de tweede of derde plaats. Kinderen kunnen zich ongelukkig voelen wanneer ze merken dat een vader of moeder erg ‘verdrietig’ is, en vriendjes en vriendinnetjes kunnen niet zomaar komen spelen. Op school loopt het met deze kinderen vaak niet lekker. Soms ontwikkelen deze kinderen zelfs schuldgevoelens over de situatie thuis. KOPP-kinderen voelen zich vaak rot en praten daar niet graag over. De jeugd van deze kinderen kenmerkt zich vaak door veel zorg. Onderzoek heeft uitgewezen dat 40% van deze kinderen zelf psychische problemen ontwikkelt.

Deze resultaten hebben ertoe geleidt dat er binnen de hulpverlening de laatste jaren steeds meer aandacht is voor KOPP. Zo zijn er de KOPP-kindergroepen. Daarin leren KOPP-kinderen om erover te praten. Ze krijgen uitleg over wat er thuis met hun vader of moeder aan de hand is. Met goede informatie kunnen ze dat beter begrijpen en leren ze, dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen. Ze komen in contact met leeftijdgenoten uit een vergelijkbare situatie. Natuurlijk worden er in die KOPP-kindergroepen ook leuke dingen gedaan, want ontspanning is ook belangrijk. Er zijn KOPP-groepen voor kinderen tot 35 jaar. Ook voor ouders met psychische problemen zijn er ondersteuningsgroepen, waarin ze hulp krijgen bij de opvoeding van hun kind. Voor beroepskrachten is er een cursus waarin ze problemen bij KOPP-kinderen leren signaleren en het met het kind bespreekbaar kunnen maken.