Vanaf mijn 13de ging het niet meer

Vanaf mijn 13de ging het niet meer. Ik stopte met naar school gaan, bleef dagen, weken, maanden op mijn kamer zitten. Durfde niet meer naar buiten. Was bang voor alles en voelde me ontzettend vaag. Ik skipte door de tijd en zo was ik ineens 16 en werd ik opgenomen in een therapeutische woongemeenschap. Tijdens de intake werd er gevraagd of ik iets naars had meegemaakt op gebied van seksualiteit. Ik zei 'nee' want ik had niets naars meegemaakt. De therapeut liet niet los. Hij vroeg waarom ik nee zei terwijl er tranen over mijn wangen liepen. Die tranen had ik zelf niet gemerkt. Ik snapte er niets van. Waarom zat ik daar te huilen terwijl ik niets voelde en er geen reden was Ik was depresief en angstig zonder aanleiding en hoe meer er gevraagd werd naar vroeger hoe meer ik in de war raakte. Want vroeger bestond niet in mijn hoofd. Het was er niet. Het voelde als grote zwarte gaten in mijn geheugen. Gedurende de dag werden diverse therapiën gevolgd. Ik was vooral moe. Heel moe en viel steeds tussendoor in slaap. Wat ik daar deed tijdens therapie uren kon ik me soms wel en soms niet herinneren. Kon de rare gewaarwording hebben naar mezelf te kijken maar niet te horen wat er gezegd werd. Kon maandag opstaan en mezelf vrijdag weer terug vinden. Ik skipte door de tijd zoals ik altijd gedaan had. Voor mij was dit normaal maar mijn behandeling liep daardoor spaak.

Tijdens een bewoners evaluatie werd er gezegd dat ze mijn stemming aan mijn kleding konden aflezen. Meestal was ik gekleed in zeer bedekkende kleding, zwart en ruimvallend met een zeer teruggetrokken, angstige en depressieve stemming. Maar ik kon er ook heel vrouwelijk, kleurig en verzorgd bij lopen. Mijn stemming zou dan ook aanzienlijk vrolijker, open en toegankelijk zijn. Daar gebeurde iets. De volgende dag werd ik kaal wakker. Ik schijn zelf mijn haren afgeschoren te hebben. Binnen korte tijd had ik waarschuwingen en alarmfases vanwege gedrag wat niet door de beugel kon. Mijn stemming was vanaf het moment van die evaluatie omgeslagen naar boos en baldadig. Uiteindelijk werd ik weg gestuurd. Behandeling niet succesvol afgerond ondanks 2 jaar intensieve therapie. Bij het laatste gesprek zei de psychiater: "Je bent zo ongrijpbaar en ik maak me zorgen om je. Ik weet niet of jij nog te helpen bent." Na het krijgen van kinderen liep ik keihard spaak. De herrie in mijn hoofd was niet meer te doen. De schaduwen aan beelden maakte me van slag. Het skippen in tijd was niet meer wenselijk. Dat moest snel opgelost worden want ik was nu moeder.

Omdat praattherapiën tot nu toe altijd tot niets hadden geleid ging ik op mijn 28ste naar een haptotherapeut. Zij merkte op dat ik fors dissocieerde. Bij het opzoeken naar wat dat betekende schrok ik me rot. Dit was het ! Ik herkende alles en meer wat daarover beschreven stond. Ik stopte accuut  met de therapie en wou er niets meer van weten. Maar het werkte niet. Mijn kinderen werden spiegels. Ik begon stukjes van mijn eigen jeugdherinneringen terug te krijgen. Ik kwam tot de ontdekking, met vallen en opstaan, dat mijn lichaam het meest beangstigende maar ook het meest betrouwbare is wat ik bezit. Het lichaam liegt niet. Daar waar mijn geheugen de herinneringen heeft gewist heeft het lichaam ze opgeslagen. En via het lichaam komt nu alles stukje bij beetje terug. Na jaren intensieve lichaamsgerichte therapie te hebben gedaan, ben ik nu zover dat ik praattherapie aankan. Het valt nog niet mee om hardop te gaan uitspreken wat ondraaglijk is geweest. Onvoorstelbaar ook.

Het is heel hard om een zus te hebben die steeds weer bevestigt dat waarvan ik denk dat ik het verzonnen heb vanuit een zieke geest. Na vele diagnoses gehad te hebben van schizoïde tot autsime en van alles er tussen in, ben ik sinds 4 jaar geleden uitgekomen bij dissociatieve identiteitsstoornis. Het heeft heel wat jaren geduurd eer ik me daarbij neer kon leggen. Er bestaat zoveel gedoe rondom die diagnose. Door sommige behandelaren wordt Dis niet serieus genomen. Het zou niet bestaan. Wat ik er over zie op bijvoorbeeld social media wordt ik ook niet blij van.  Daar is het een soort van uithangbord voor iets sensationeels. Ik herken mezelf daar niet in maar wanneer ik mijn diagnose zou benoemen zijn dit wel vaak de eerste ideeën die mensen daarbij hebben.

Inmiddels snap ik dat 'mijn systeem' juist zo is ingesteld dat ik zo min mogelijk opval en zo veel mogelijk met rust gelaten wordt. Het is niet zo dat ik te pas en te onpas in een klein kind verander of altijd met knuffels loop te spelen. Maar de schaamte voor mijn diagnose zit er nog. Alleen een enkeling in mijn naaste omgeving heb ik het verteld. Mijn psychiater vatte het pas mooi samen:  Bij sociale omgang val je niet op. Pas in relatie wordt het lastig omdat daar emotioneel een beroep op je gedaan wordt en je in verbinding gaat. Dan komt het automatische overlevingsmechanisme om de hoek kijken. Dat zijn de momenten waarop het uit elkaar liggen van mijn persoonlijkheid meer duidelijk wordt naar anderen toe. Zo kan ik met een lieve vriendin prima in gesprek zijn tot het moment dat ze mij vragen gaat stellen over hoe ik iets ervaar of voel. Dan kan het gebeuren dat ik weg loop zonder iets te zeggen of dat ik ineens van onderwerp van gesprek verander zonder daar zelf erg in te hebben. Moet ik ineens de afwas doen of word ik ineens heel erg moe en val in slaap.

In het dagelijks leven ben ik een soort van Kameleon. Het lukt me steeds beter om erbij te blijven op de momenten dat ik niet helemaal zelf 'achter het roer sta.'  Het tijd skippen wordt minder. Het vraagt veel energie want ik ben het niet gewend om er bijna altijd bij te zijn. Je ziet niets aan mij van buiten maar het is keihard werken om mezelf enigszins bij elkaar te houden in het dagelijks leven. Op momenten van stress wil ik nog wel eens uit elkaar vallen maar leer steeds beter mezelf weer bij elkaar te brengen.

Het opgesplitst zijn heeft ook goede kanten. De interesses en kennis die ik blijk te bezitten is heel breed. Ik kan mezelf en anderen ontzettend verrassen. Zo vond mijn dochter gisteren in de schuur een heleboel chocoladeletters tussen het gereedschap verstopt. Die moeten daar al minstens 6 maanden gelegen hebben.laugh Het is fijn er de humor nu van in te kunnen zien. Dat maakt de zware momenten draaglijker.  

Meer ervaringsverhalen