Ik voelde me anders

Al mijn hele leven voel ik me anders dan andere. Ik reageerde vaak heftiger of gewoon anders op situaties. In de pubertijd werd dit alleen maar erger. Zo rond mijn 14de jaar gingen mijn ouders voor het eerst met mij naar de Ggz. Ook mijn ouders vonden mijn gedrag niet helemaal kloppen. Eenmaal op de afdeling jeugd konden ze weinig voor mij of mijn ouders doen. We werden afgescheept met de boodschap dat ik gewoon wat heftiger puberde dan de gemiddelde tiener. Dat tijdens deze periodes ik van huis weg liep om niet uit mezelf terug te komen, ik vooral mijn moeder voor van alles uit maakte, mijn jongere zusje hier zo van van slag kon raken dat ze liever had dat ik niet meer terug kwam, alcohol misbruikt werd om me (nog) euforischer te voelen en ik alles deed waar ik maar zin in had afgewisseld met periodes waarin ik (eraan dacht) een einde aan mijn leven te maken, me super onzeker voelde en het liefst mijn bed niet uit kwam viel dus allemaal onder de noemer puber.

Wij vonden mijn gedrag niet normaal maar je denkt dan dat de ggz het wel zal weten. Zij zijn de professionals. Mijn leven ging zo met ups en downs door tot mijn leven belangrijke live events achter elkaar te verwerken kreeg. Het bedrijf waar ik werkzaam was kreeg twee grote veranderingen te verwerken waardoor ik naast mijn 40 uurige werkweek vaak nog 3 avonden op de zaak te vinden was en in de ochtend al een uur voor mijn collega's aanwezig was. Dit werd nooit opgedrongen maar ik voelde me zo verantwoordelijk voor het juist gaan van de gang van zaken dat ik dit wel even deed. In dezelfde tijd kondigde mijn zusje aan dat ze ging trouwen. Een hele leuke tijd natuurlijk maar ik begon bijna obsessief alles te regelen. Zeker toen de datum begon te naderen. Dit deed ik naast mijn toch al behoorlijk drukke werkweek. Toen helaas twee weken voor de trouwdatum van mijn zusje mijn oma ook nog overleed wist ik het regelen van de begrafenis er ook nog een bij te combineren.

Gelukkig was ik in de periode tussen overlijden en begraven thuis van mijn werk zodat ik iedere dag kon wijden aan de begrafenis. Echt ruimte om te rouwen gunde ik mezelf niet. Op de dag van de begrafenis zat ik in de avond al weer te werken aan de bruiloft en een dag later was ik ook weer aanwezig op mijn werk. Mijn collega's en manager hadden in de gaten dat het niet goed ging en ik mocht vanaf deze dag ook niet meer overwerken. De dag voor de bruiloft had ik vrij zodat ik en mijn zusje alle leuke dingen samen konden doen. We gingen samen onze nagels laten doen en 's avonds bleef ik bij haar slapen. Toen ik overdag even bij mijn moeder binnen was geglipt storte ik eigenlijk al in. Aan mijn moeder gaf ik ook toe dat als ik zo door zou blijven gaan ik hoogstwaarschijnlijk een einde aan mijn leven zou maken. Niet omdat ik niet tevreden was met mijn leven maar omdat ik alle druk niet meer aan kon. Wat een leuke bruiloft moest worden heeft voor mij in het teken gestaan van overleven. Ik wilde niet instorten voor het afgelopen was. Ik mocht deze dag niet verpesten voor mijn zusje en zwager. Op mijn tandvlees heb ik op automatische piloot gelachen, gedanst en gefeest. De 48 uur die volgende heb ik aan één stuk geslapen. Ik was op, leeg, kon niet meer.

Toen de ernst duidelijk werd hebben mijn man en moeder samen met mij contact opgenomen met de huisarts die me vervolgens doorstuurde naar de crisisdienst van de ggz. Naar een aantal intake gesprekken werd ik op de afdeling angst en stemming geplaatst. De diagnose luidde chronisch depressief. Ruim driekwart jaar heb ik daar begeleiding gehad van een psycholoog en psychiater. Ook de nodige medicijnen werden voorgeschreven en beetje bij beetje werd mijn stemming beter. Wel voegde ze nog ocd toe om mijn obsessieve kant te verklaren en te behandelen. Na deze periode begon ik voorzichtig weer te werken. Wel volgde ik nog wekelijks therapie. Inmiddels was ik 26 en mijn man 36. Het ging steeds beter en soms voelde ik me weer meer dan goed. Onze logische stap in onze relatie leek een kind. Dat ik in deze periode vaak weer heel euforisch was en de wereld weer meer dan aan kon weten we aan mijn goede herstel.

Binnen 2 maanden was ik inderdaad zwanger van ons klein wondertje. Wel had ik bepaalde medicijnen licht af moeten bouwen voor ik zwanger mocht raken. Tijdens ongeveer de 7 laatste maanden van de zwangerschap was ik weer zwaar depressief en werd er zelfs besloten om mijn medicijnen weer in zijn oude dosering te gaan slikken. Deze maanden waren een hel. Je voelt je zo schuldig dat je niet op een roze wolk zit net als je zusje die ook zwanger is. Dat alles te zwaar is en niets positief benaderd kon worden. Dat ik in tegenstelling tot andere vrouwen snel en makkelijk zwanger was geraakt en me toch zo depressief voelden voelde als verraad naar die vrouwen toe. Ik had een wonder in mijn buik en ik kon er niet volledig blij om zijn. Dit maakte me onzeker of ik wel een goede moeder zou worden en of ik wel moedergevoelens zou ervaren. Gelukkig waren deze gevoelens meer dan aanwezig en volgde er een periode van geluk, op sommige momenten zelfs stabiel te noemen. In februari 2018 werd ons kleine geluk 1 jaar. Ik was weer bijzonder euforisch in deze periode en organiseerde dus ook een feest met ballenbak, springkussen, tekentafel, snoep en ranja buffet, drielaags woezel en pip taart en eigen woezel taart voor de jarige. Veel te overdreven natuurlijk maar met mijn stemming was niets te gek voor de kleine jarige man.

In de periode hierna zwakte de euforischer stemming weer tot een wat normaler niveau. In maart hielp ik zoals gewoonlijk twee dagen mee op een feest in het dorp. Mijn stemming was meer dan goed. Ieder klusje pakte ik aan, niets was te gek en was als het even kon bijna ieder uur aanwezig. In de late uurtjes werd dan ook nog de nodige alcohol genuttigd en was ik the light of the party. Dat dit allemaal weer te heftig ervaren werd weet iedereen aan mijn goede stemming. Deze stemming heeft een ruime week aangehouden tot dat alles zo heftig werd en ik alles zo intens ervaarde dat ik een einde aan mijn leven wilde maken. Uiteraard zaten mijn man en ik een dag later weer bij de huisarts die wederom de crisisdienst van de ggz inschakelde maar ditmaal met de aantekening dat hij vermoedde dat ik bipolair was. Bij de crisisdienst werd ik nog doorgestuurd naar de afdeling persoonlijkheidsstoornis om te kijken of ik borderline had. Dit was niet het geval dus toch maar doorgestuurd naar de afdeling bipolair.

Vanaf het eerste moment dat ik daar was wist ik dat dit de juiste diagnose was. Ik voelde me begrepen en met het terug kijken op mijn leven vielen er heel veel dingen op zijn plaats. Dus de diagnose was er, nu nog de behandeling. Ik was inmiddels al weer zwaar depressief en alles was me te veel. De zorg voor mijn zoontje werd over genomen omdat ik het gewoon niet aan kon. Ook hier begonnen we weer te experimenteren met medicijnen en ging ik therapie volgen. De volgende twee jaar waren een schommeling tussen zwaar depressief en licht depressief. Dit kwam ook doordat de juiste medicijnen niet gevonden werden. Uiteindelijk vonden we de juiste medicijnen en nu na twee en een half jaar kan ik eindelijk zeggen dat ik in herstel ben, wat inhoudt dat ik stabiel ben en alleen sommige dagen nog heel emotioneel word of extreem moe ben. Mijn lichaam is letterlijk aan het herstellen wat mijn hersenen de afgelopen jaren vernield hebben. 

Connect Portaal

Lizzy van Ginneken maakt gebruik van het Connect portaal.

Meld je direct aan om contact op te nemen
Meer ervaringsverhalen