MIND Published Wat houdt dit in?

Vertrouwen is alles. Het ís er: laat het je vinden.

Marnix Pauwels (48), schrijver en mede-eigenaar van reclamebureau Woedend! Foto www.allesgoed.org

Wat mijn depressie mij influistert

Met een depressie sta je met je bek vol tanden. Het is klaar. Alles wat kut is, voel je. Maal duizend. Er zijn geen praatjes meer.

Een depressie is verlammend en beïnvloedt alles. Het infecteert je hele wezen: je denken, je hoop en je gedachten over de toekomst. En onder die vreselijke, nare gedachten zit nog een laag; een gevoelslaag die volledig vergiftigd is. En dat gaat heel diep en is vreselijk ondermijnend.

Niks is relevant. Je ‘goed voelen’ is heel ver weg. Je ontworstelen aan het gevoel dat zo vergiftigd is, lijkt volstrekt kansloos. Want het zit overal. Wat je ook doet… Je kan honderd rondjes draaien, onder je bed gaan liggen… maar waar je ook kijkt: het is overal.

Je zit gevangen in iets wat je niet ziet. En niemand kan het aan je zien. Maar het is er wel. En er is niets zo concreet als dat. Het doet ook echt pijn. Het is een ander soort pijn dan een snee in je arm. Het is pijn in je ziel.

Aan een depressie zit niks moois, op het eerste gezicht. Maar het zou wel een functie kunnen hebben, hoe kut het ook is. Het zou een oproep kunnen zijn om anders naar jezelf te kijken, om wakker te worden. In veel gevallen is het een ultieme poging van je kern, een allerlaatste redmiddel van je bewustzijn, om je weer bij de les te krijgen.

Begrijp me goed; dit kan ik alleen zeggen omdat ik nu niet in een depressie zit. Toen ik afgelopen jaar weer een paar maanden een depressie had, stond deze gedachte echt heel ver van me af.

Wat ik terug zei

Als je een depressie hebt, houden alle trucjes op. Zo overweldigend en alles verterend is de ervaring. Dan heb je niks aan de gedachte dat het allemaal misschien een waarschuwing of een les is. Je hebt tijdens een depressie namelijk helemaal niet de mogelijkheid om er met afstand naar te kijken. Geloof me, dat heb ik echt geprobeerd. Maar dat was niet mogelijk. Je zit er middenin, vól.  Dan zat ik op de rand van mijn bed en dacht ik: ‘Ok, je hebt vaker een depressie gehad. Je weet hoe het werkt. Je hebt er verdomme zelf een boek over geschreven. Hoe erg kan het zijn?’

Nou. Heel erg. En nog een beetje erger.

Zodra je er door getroffen wordt, zit er in feite niets anders op dan het uitzitten. Dat is de basis. Je kunt je herstel niet versnellen. Je kunt er wel in blijven hangen, heb ik het idee, maar dat is iets anders. Hoe dan ook: je móet er doorheen.

Ik heb alles geprobeerd. De gedachte dat ‘het weer voorbij’ gaat werkt marginaal. Alles wat je probeert te doen werkt maar heel marginaal. En toch moet je het doen. Want het kan dan wel ietsje minder uitzichtloos worden. Al is het dan nog steeds enorm uitzichtloos.

Wat (soms) helpt

Je kan doorleven. Hoeveel moeite het ook kost. Ik probeer alle dingen te doen waarvan ik vroeger dacht dat ze mijn leven een soort relevantie gaven. Door schade en schande probeer ik mezelf dus in beweging te houden. Dus ik probeer naar mijn werk te gaan. Ik doe alles dan stap voor stap en probeer niet te ver vooruit te kijken. Uit bed komen. Je jas aan. Of eerst je schoenen, dat is beter. De trap af. En ga zo maar door.

Dit alles geeft me op zo’n moment geen enkele bevrediging. Dat is zo verneukeratief. Het werkt niet meteen, het is geen wondermiddel. Je hebt niet direct resultaat. Maar het kan er wel voor zorgen dat je niet nóg verder wegzakt. Op de één of andere manier geeft het je een klein beetje extra grond onder je voeten.

Als je thuis gaat zitten onderstreept dat je kutgevoel. Het is heel begrijpelijk en logisch dat je thuis blijft, want je kunt je op dat moment niet voorstellen wat je genoegen verschaft, wat je blij maakt. Doods op de bank zitten is eigenlijk al te veel. Dus dat is altijd het lastige: waar vind je de kracht om te doen waar je helemaal geen zin in hebt?

Dat weet ik ook niet. Maar het is er, ergens, diep van binnen. Ver weg, maar niet onbereikbaar. Dus soms kan het alleen door heel diep in jezelf te putten.

Wat wel direct effect heeft is alcohol drinken. Dat heb ik ook jarenlang gedaan, als zelfmedicatie. Maar in 2012 ben ik met alles gestopt; roken, blowen alcohol. Want op de langere termijn is drank natuurlijk enorm schadelijk en destructief. Ik hoopte dat door mijn verslaving te verslaan ook de depressies zouden stoppen. Maar dat was niet zo. Ik kan nu wel beter met mijn depressies omgaan omdat ik frisser en sterker ben.

Als je lichamelijk en geestelijk op je tandvlees leeft, omdat je jezelf kapot zuipt, dan is de impact van een depressie nóg groter. Dus als je fysiek en mentaal stabieler bent, dan is een depressie nog steeds heel heftig, maar niet meer zo extreem ondermijnend. Het ‘talent’ om een depressie te krijgen heb ik nog steeds. Maar het zou goed kunnen dat ik de afgelopen drie jaar een depressie heb overgeslagen omdat ik nu veel fitter ben.

Mijn boekenkast staat vol zelfhulpboeken. Ik heb me jarenlang in deze materie verdiept. Ik heb álles gelezen. En uiteindelijk ben ik zelf gaan schrijven over wat ik allemaal heb ontdekt.

Mijn belangrijkste ontdekking is dat er iets in iedereen zit dat het vermogen heeft om te luisteren naar al het andere in jou. Met dat stuk probeer ik contact te maken. De rest is afleiding, een hoop gekwebbel en kan verschrikkelijk heftig zijn. Maar het is niet waar het om draait. Wat je denkt over jezelf is niet per se wie je bent.

Die kennis heeft me heel erg geholpen. Het heeft de stemmen en gedachten milder gemaakt, hun impact verkleind. Ik kan nog depressief zijn, maar inmiddels heb ik zoveel bagage dat de uitwerking ervan minder is, en alles minder lang duurt.

Doordat ik me er zo in heb verdiept is depressie voor mij iets heel normaals geworden. De lading is er af. Ik schaam me niet. Waarom zou ik? Waarom zou ik me schuldig voelen over iets dat me bijna kapot heeft gemaakt, zonder dat ik dat zelf wilde?

Ik denk nog steeds dag en nacht na over oplossingen. Wat is een antwoord op deze pijn? Hoe kunnen andere mensen ermee omgaan? Ik weet het ook niet. Ik heb zelf nog steeds die aanleg om het te krijgen. Maar ik zie het zo: die gevoeligheid voor depressie is een negatieve bijwerking van het feit dat je heel erg gevoelig bent voor de mensen en de wereld om je heen. En dat heeft een positieve keerzijde. Die gevoeligheid stelt je namelijk ook in staat mooie liedjes te schrijven, inspirerende verhalen te vertellen, of anderen op een andere manier te helpen. Helaas betekent dat vermogen dus ook dat je je heel erg slecht kunt voelen. Maar uiteindelijk is er wel een bepaalde balans.

Het is belangrijk om herkenning te vinden in anderen. Om je te realiseren hoeveel mensen hier doorheen gaan. Op die manier zal je je niet meer zo afwijkend en raar voelen. Ik heb het honderd keer meegemaakt, en ik ken ook andere mensen die het hebben meegemaakt. En ook bij hen ging het weer voorbij. Die boodschap moet je heel vaak horen want dan kan je gaan denken dat het voor jou misschien ook is weggelegd om eruit te komen.

Vertrouwen is alles. Het ís er: laat het je vinden.

Lees meer prachtige ervaringsverhalen op www. allesgoed.org

Meer ervaringsverhalen