I will walk by faith, even when I cannot see

Van jongs af aan kende ik eigenlijk al de somberheid. Daarbij was ik onzeker en perfectionistisch. Ik wist dan ook dat ik anders in het leven stond dan de meeste leeftijdsgenootjes. Ik vond het leven zwaar. Maar ik had geen tijd en zin in hulp. Het zal vanzelf anders worden, daarbij kende ik toch niet echt beter. Ik wilde graag werken in de psychiatrie en ging daarom de opleiding pmt doen. Dit ging best goed, het bleef een strijd, maar het leek steeds een beetje beter te gaan. Tot dat moment, ongeveer 3 jaren geleden, waarop het ineens heel zwart werd. De onzekerheid nekte me op mijn stage en er werd besloten de stage (mijn eindstage) te beëindigen. De grond is die dag onder mijn voeten weggeslagen. Daar ging mijn doel, mijn droom. Ineens was alles zwart en loodzwaar. Ik wilde alleen nog maar in bed liggen, niet eten, niet drinken, geen mensen. De klok tikte nog nooit zo langzaam, waarbij mijn gedachten niet verder gingen dan: is de dag al voorbij, ik kan niet meer, ik wil niet meer, dit kan ik niet aan en voor hoelang nog. Gelukkig vond ik ook snel weer een beetje motivatie om de dag door te vechten en beter voor mezelf te gaan zorgen. Mijn haren uit de knoop halen, eten te koken en naar buite nte gaan. Proberen iets te doen op een dag. Ik ging zo nu en dan naar school, want alles wat ik haalde was mooi meegenomen voor een jaar later. Ondertussen wachtte ik op hulp. Helaas kwam dit maar moeilijk op gang. De jaren die volgden kan ik niet echt anders omschrijven dan als de hel. Behandelingen volgen die niet aansloegen. Crisis in crisis uit. Hele lange periodes van wachttijd waarbij de wanhoop zich ophoopte. Ik verloor mezelf in de depressie. Ik was niet dat meisje dat zo boos was. Dat meisje die zo dramatisch kon doen. Die mensen aantrok en afstootte. Want ik had behoefte aan steun, maar wat had ik een ander nog te bieden? Ik wilde me niet hechten, want ik wilde dit leven niet, het zou de ander alleen maar pijn doen. Ik verloor mezelf. Ik was ineens niet meer dan psychiatrisch patiënt. Maar in deze jaren leerde ik ook wat anders kennen. Want met periodes bloeide er ook een jonge vrouw die hoop had, zocht naar mogelijkheden. Die nog steeds de droom had om anderen te helpen. En daarmee kwam ik soms tot leven. Ik had een heel gezonde kant in mij die ervoor zorgde dat ik mijn bed uitkwam, structuur aanhield, goed at, naar buiten kwam en daginvulling regelde. Ik ging vrijwilligerswerk doen bij dementeren, een plek waar ik enorm werd gewaardeerd. Waar ik mocht zijn op mijn goede, en mijn slechte dagen. Ik ging naar de sportschool, wat bijna mijn tweede thuis werd. En ik startte mijn blog om mijn verhaal te doen en anderen te inspireren. Maar helaas bleef ik wel somber en wilde ik soms niets anders dan mezelf kapot maken. Ik bleef wanhopig opzoek naar hulp, maar vond zelf niet de kracht eigen verantwoordelijkheid te nemen, want ik kon niet meer, ik was op. Al die maanden dat ik bijna geen hulp had. Alle teleurstellingen met het zoeken naar de juiste behandeling. Als ik dan hulp had kon ik niets anders dan mezelf uit handen geven en zeggen: red me. Minder dan een jaar geleden werd ik opgenomen in een kliniek voor persoonlijkheidsstoornissen (en natuurlijk mijn depressie), dit was mijn laatste hoop. Als dit niet zou lukken was ik klaar, dan gaf ik op. Ik wilde wel leven, maar blijkbaar moest ik eerst door iets heen wat voor mij niet was weggelegd. Keihard knokken tegen overtuigingen. En constant in mijn hoofd: ik kan niet meer, ik kan niet meer, ik kan dit niet, ik wil dit niet, ik ga weg. Maar wel keihard knokken met de liefste mensen om me heen. Hoewel ik goed in behandeling was kwam daar het punt. Ik geloof niet meer. Zo suïcidaal als toen was ik nog niet eerder geweest. Een dag waarbij ik bijna door mijn benen heen zakte van vermoeidheid toen ik zag dat ik nog 7 min op de bus moest wachten en het bankje bezet was. Elke dag wilde ik dat het afgelopen zou zijn. Dat ik de moed vond om er een einde aan te maken. Ik voelde me schuldig en tot last. Ik was boos op iedereen, zij waren immers de reden dat ik doorvechtte. Ik voelde een onrust die onbeschrijfelijk was en vocht tegen de drang mezelf wat dan ook aan te doen. Het ging te slecht met me de behandeling door te zetten. Ik ging naar huis, wachten tot de crisisdienst kon starten en proberen minuut per minuut de dag te overleven.

Ik ben 3-4 maanden verder. Ik heb een helse zomer achter de rug, die o zo zwaar was. Waarin ik heel veel heb gehuild. Maar waarbij ik ook heel dankbaar ben voor alle hulp en steun die ik heb gekregen. Ik ben langzaam weer de positieve dingetjes gaan zien. En nu, ik ga weer naar school. Sinds drie weken ben ik langzaam aan het opbouwen, mijn laatste jaar afmaken. Eerlijk gezegd had ik dit niet verwacht. Naar school gaan was wel het laatste dat mijn plan was. Maar ik ben trots dat ik het aanga. Ik voel me redelijk sterk. Maar leven, nee dat niet. De keuze om er echt voor te gaan heb ik ook nog niet gemaakt. Ik probeer dag voor dag te kijken, goed voor mezelf te zorgen, lief te zijn voor mezelf en te genieten van mijn vriendschappen. En dan komt misschien het moment dat ik kan zeggen: “Ja, ik wil leven.”

Mocht je je herkennen in mijn verhaal wil ik je heel erg veel sterkte, moed en kracht toewensen. En wil je meer van mij lezen, neem dan eens een kijkje op www.beyoutifullife.nl

Meer ervaringsverhalen