Mijn depressie, het mag er zijn

Mijn eerste depressie kreeg ik dat ik 25 was. Eigenlijk denk ik dat ik al eerder een keer depressief ben geweest, maar dit is toen niet gediagnostiseerd. Ik was een heel actief persoon. Ik was veel aan het sporten, ik deed aan wedstrijdzwemmen en ik was altijd op pad. Door corona viel mijn drukke leventje stil en daar ben ik toen volledig op onderuit gegaan. 

Ik weet nog goed dat ik aan het werk was als verpleegkundige en dat ik niet meer de patiëntenkamer in durfde. Ik had heel sterk het idee dat ik geen goede verpleegkundige zou zijn en dat de patiënten een betere verpleegkundige verdiende. Vanaf dat moment wist ik dat er echt iets niet goed was.

Tijdens mijn eerste opname (helaas volgde er meerdere), werd er meteen gezegd dat ik beter niet over mijn depressie kon praten. Dit maakte mij verdrietig. Het was al zo'n eenzaam proces geweest. Nu wist ik eindelijk wat er aan de hand was en moest ik alsnog doen alsof het er niet was. Ik heb toen heel bewust gekozen om wel heel open te zijn, om hier tegenin te gaan. Als iemand aan mij vraagt hoe het met mij gaat, dan geef ik hier een eerlijk antwoord op in plaats van dat ik standaard zeg dat het goed met mij gaat. 

Het is mij wel duidelijk geworden dat het iedereen kan overkomen. Het ene moment ben ik de verpleegkundige (ik heb zelf ook in de psychiatrie gewerkt), het andere moment ben ik de patiënt. Die lijn is heel erg dun. 

Ik had het zelf fijn gevonden als mensen om mij heen gewoon zouden durven vragen hoe het precies met mij gaat. Veel mensen vinden het toch een spannend onderwerp, maar vraag maar gewoon door. Het mag er zijn. 

Meer ervaringsverhalen